Home Nieuws Schriftelijke vragen fractie PvdA-Groenlinks inzake sanering varkenshouderij

Schriftelijke vragen fractie PvdA-Groenlinks inzake sanering varkenshouderij

76
0


De fractie van PvdA-Groenlinks heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van B&W over de sanering van een varkenshouderij.
N.a.v. de ontvangen raadsbrief inzake bovengenoemde casus wil onze fractie graag de navolgende vervolgvragen stellen.
1. Wij begrijpen uit de raadsbrief dat bekend was dat er een restant vloeibare mest aanwezig was maar dat er geen
rekening is gehouden met de kennelijk nog aanwezige vaste mest onder dierverblijven en in spoelgoten.
Is bij oplevering niet gecontroleerd of er nog vaste mest aanwezig was?
Zo ja, door wie/welke instantie is de controle bij oplevering uitgevoerd?
Zo nee, waarom niet?
2. Welke contractuele afspraken zijn gemaakt m.b.t. achterblijvende vloeibare en vaste mest bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van Britt en wiens risico was dat?
3. De mest is bij de sloop vervuild geraakt: is het sloopbedrijf dan niet verantwoordelijk; en waarom haalt de gemeente het afvoeren van de mest dan vervolgens uit het bestek om zelf op te draaien voor de kosten terwijl het contract vermeldt: “Dat in afwijking van het bepaalde in de UAV 2012 (m.u.v. asbest) er geen verrekening geschiedt van meer- en minderwerk”?
4. De aannemer constateert tijdens het afvoeren van de mest dat e.e.a. verontreinigd was met bouten en moeren. Hierop wordt het afvoeren van de mest uit het bestek gehaald.
Waarom heeft het college nagelaten om de raad hierover te informeren?
5. Na een melding bij de NWVA maakt deze instantie duidelijk dat de mest bij voorkeur door een intermediair afgevoerd zou moeten worden.
De raadsbrief doet voorkomen dat e.e.a. in gang is gezet om tijdverlies te voorkomen. Is het niet zo dat de NVWA er
gewoon op stond? Want waarom zouden we zoveel meer betalen als uitrijden over eigen grond wel gekund zou hebben; dan had het college aan de NVWA toch geen boodschap hoeven te hebben als het wettelijk geoorloofd geweest zou zijn?
6. Aanvankelijk wordt het afvoeren van de mest geoffreerd voor € 470.000 (= € 170 m3). Dan blijkt na bezoek van de
NVWA dat een intermediair het overgebleven deel afvoert voor € 81,25 m3. Kunt u dat enorme prijsverschil verklaren?
7. Waarom heeft u, bij een dermate politiek gevoelig punt, nagelaten de raad te informeren over de betrokkenheid van
de NVWA en de extra kosten?
8. In uw schrijven staat: “Overigens waren, gelet op onze geringe ervaring met een dergelijke sloop financiële
tegenvallers ingecalculeerd in de grondexploitatie”.
Waarom heeft u geen externe deskundigheid ingehuurd zoals zo vaak aan de orde is bij complexere opgaven?
Dit te meer omdat aangegeven wordt dat “we weinig ervaring hebben met een dergelijke sloop”.
9. Ons staat niet meer helder voor de geest dat er in de grondexploitatie financiële tegenvallers ingecalculeerd zijn.
Kunt u ons een overzicht doen toekomen van de ingecalculeerde mee- en tegenvallers?
10. De gemeente overweegt de resterende vaste mest die nog aanwezig is op het terrein over eigen land uit te gaan
rijden. Op welke termijn wordt dit beoogd en kunnen we daar ook de mestboekhouding t.z.t. van tegemoet zien en is de NVWA van dit plan op de hoogte en akkoord hiermee?
11. Van de gegevens van Upcycling t.b.v. het afvoeren van de mest is een bijlage bij de raadsbrief gevoegd.
Heeft de gemeente de op eigen grond uitgereden mest zo ook bemonsterd en zijn de uitkomsten daarvan in te zien
door de raad?
Heeft de gemeente ook een mestboekhouding bijgehouden? Kan de raad die inzien?
12. Wanneer wordt met de bouw van de woningen gestart op de grond waar de mest nu op is uitgereden en vindt er dan nog een bemonstering van de bodem plaats ter controle voor bebouwing?
13. Bent u het met ons eens dat het college haar actieve informatieplicht t.o.v. de raad heeft verwaarloosd?
Zo ja, wat gaat u doen ter verbetering?
Zo nee, waarom niet?

Laat een reactie achter

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in