In het centrum van Tholen is deze week een bijzonder tafereel te zien. Wie omhoog kijkt, kan zomaar een groep ransuilen spotten. Daar mogen we van genieten: “Maar kom niet te dichtbij!”, waarschuwt Ad Polderman van de Natuurvereniging Tholen.
Vaak begeven de ransuilen zich in groepen. Dat is ook in Tholen het geval: “Ze bevinden zich graag in familieverband in een boom. Dat vinden ze gezelliger en biedt bescherming. Het hebben van meer ogen geeft meer kans dat ze onraad zien. Ze houden elkaar en de omgeving in de gaten.”
Op de meest onmogelijke plekken
Volgens Polderman is het niet gek dat de uilen op zo’n drukbezochte plek in het Thoolse centrum zijn neergestreken: “Het maakt de uil echt niks uit waar hij zit. Op de meest onmogelijke plekken kun je ze tegenkomen, als er maar een geschikte boom is.”
Die boom moet wel aan een belangrijke eis voldoen: “Het moet een plek zijn waar de ransuilen rust kunnen vinden.”
Daarom waarschuwt Ad belangstellende pottenkijkers: “Je mag ernaar kijken en foto’s maken, maar kom niet te dichtbij. De beesten zijn snel verstoord. Als ze één of twee keer op moeten vliegen, gaan ze een andere plek zoeken. Dan pakken ze de boel bij elkaar en beginnen ze ergens anders opnieuw.”
Opengesperde ogen
En dat wil hij voorkomen. Hij ziet nu al aan foto’s van de uilen dat ze met opengesperde ogen zitten en dat is een slecht teken: “Overdag horen ze te slapen. Dan moeten ze met dichtgeknepen ogen in rust in de boom zitten.”
